Buitengebruikstelling van mazouttanks
Stookolietank van minder dan 5.000 liter
Een stookolietank met een inhoud van minder dan 5.000 liter die definitief buiten gebruik wordt gesteld, moet leeggemaakt worden. Een rechtstreeks in de grond ingegraven stookolietank met een inhoud van minder dan 5.000 liter dient bovendien verwijderd te worden of bij onmogelijkheid tot verwijderen, in overleg met een erkende technicus opgevuld te worden met zand, schuim of ander inert materiaal. De erkende technicus dient hierbij een certificaat op te stellen waaruit ondubbelzinnig moet blijken dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Het certificaat vermeldt o.a. zijn naam en erkenningsnummer.
Stookolietank van 5.000 liter of meer
Een stookolietank met een inhoud van 5.000 liter of meer moet bij definitieve buitengebruikstelling (al dan niet omwille van lekken) leeggemaakt en gereinigd worden en binnen een termijn van 36 maanden verwijderd worden of bij materiële onmogelijkheid tot verwijderen, binnen dezelfde termijn, in overleg met een erkend technicus, geledigd, gereinigd en opgevuld worden met zand, schuim of een gelijkwaardig inert materiaal.
In alle gevallen dienen de nodige maatregelen betreffende explosiebeveiliging en voorkoming van milieuverontreiniging (bodem- en grondwater) getroffen te worden.
Verplichte controle voor mazouttanks
Stookolietank van minder dan 5.000 liter
Ondergrondse particuliere mazouttanks die gebruikt worden voor verwarming en met een inhoud van minder dan 5000 liter moeten om de 5 jaar gecontroleerd worden.
Stookolietank van 5.000 liter of meer
Ondergrondse particuliere mazouttanks die gebruikt worden voor verwarming en met een inhoud van meer dan 5000 liter moeten frequenter gecontroleerd worden. In een waterwingebied is jaarlijks een beperkte vorm van controle nodig.