
Oedelem is sinds 906 terug te vinden in geschreven bronnen. De schrijfwijze was toen Udelhem. De naam komt van odila en haima en betekent woning van het erfgoed of van het domein. Een naam die geen verwondering wekt gezien de heren van Praet al in de jaren 900 een Heerlijkheid stichtten in Oedelem.
De Oedelemse geschiedenis gaat echter veel vroeger terug in de tijd. In een grafheuvel op Wulfsberge zijn sporen teruggevonden van prehistorische bewoning. Er zijn ook sporen van Romeinse aanwezigheid. In de kleiput van de vroegere steenbakkerij is zelfs een waterput uit de Romeinse tijd teruggevonden.
In die tijd waren Oedelem, Maldegem en Aardenburg de meest noordelijke bewoonde plaatsen in de streek. Wat noordelijker lag was een groot moerassig gebied.
Steenbakkerij Oedelem
Het bakken van stenen was dankzij de klei uit de berg eeuwenlang een Oedelemse nijverheid. Al van in de vroege middeleeuwen, en wellicht zelfs nog vroeger, werden in Oedelem stenen en tegels gebakken in veldovens, onder meer voor de Brugse Hallen in Brugge (rond 1300) en het Sint-Janshospitaal. De eens zo bloeiende industriële steenbakkerij Briquetteries et Tuileries dOedelem heeft de moderne tijden niet overleefd en sloot zijn deuren in 1967. De machinekamer met de beschermde armgasmotor, gasogeeninstallatie en dieselmotor is de stille getuige van de gloriedagen van de steenbakkersstiel.